Bedenken van grammaticaregels

Door M. Rafiqul-Haqq en P. Newton

We hebben gezien hoe de moslimgeleerden de volgende zaken bedachten: pre-islamitische poëzie, hadith, en zelfs fantasiewoorden bewerend dat deze afkomstig zijn van vreemde talen. We wenden ons nu tot de laatste uitvinding dat hun de gouden medaille deed winnen: Vroege moslims toen zij worstelden met de diverse fouten in de koran, hebben verschillende redenen naar voren gebracht waarom dit geen fouten moeten zijn. De vroege pogingen om de grammaticafouten in de koran weg te verklaren steunen op het optreden van acrobatische kunstjes in het veld van grammatica. Het feit dat deze pogingen verschilden, geeft aan dat sommige geleerden niet tevreden waren met andermans antwoorden, wat een indicatie is van idterab (verwarring). Ontevreden met de verschillende pogingen die steunen op de manipulatie van grammaticaregels hebben enkele geleerden een ingrijpende nieuwe regel bedacht om de meeste fouten op te lossen. Zijn noemen het iltifaat.

Het zal een verspilling van tijd zijn om ieder punt als antwoord op ons artikel over het onderwerp van grammaticale fouten te behandelen. Echter we zullen ons concentreren op de fouten gevonden in soera 2:177, 4:162, 5:69, om alleen het punt te bewijzen.

Hier is een samenvatting van een moslim over wat iltifaat is:

In 1992 publiceerde M A S Abdel Haleem, een docent aan de School of Oriental and African Studies, University of London, London (UK) een artikel genaamd Grammaticale verschuiving voor retorische doeleinden: Iltifaat en verwante kenmerken in de koran, in het bulletin van de School of Oriental and African Studies, Volume LV, Deel 3. In dit artikel behandelt hij niet alleen de zogenaamde taal(grammaticale) fouten gepubliceerd door John Burton, maar toonde ook aan dat mensen grondig kennis moeten hebben van klassiek Arabisch alvorens iets over de koran en zijn grammaticale structuur te zeggen. Het meeste van de discussie over iltifaat hieronder is genomen uit dit artikel.

Om te beginnen: Iltifaat betekent ‘keren/ je gezicht wenden tot’. Het is een belangrijk deel van balagah (Arabisch retoriek) waar er een plotselinge verschuiving is in het voornaamwoord van de spreker of de persoon over wie gesproken wordt. Moslimliteratuurcritici hebben door de eeuwen heen deze techniek groots bewonderd. Iltifaat wordt door retorici shaja’at al-Arabiyya genoemd aangezien het – volgens hun – de durvende natuur van de Arabisch taal toont. Als iets ‘durvend’ eraan gehecht moet worden, moet het bovenal het durvende de taal van de koran zijn omdat die dit kenmerk veel uitvoeriger gebruikt en in meer variaties dan Arabische poëzie. De meeste auteurs die spreken over iltifaat gebruiken de voorbeelden uit de koran. Niemand lijkt te verwijzingen te citeren in proza anders dan van de koran: en inderdaad een steekproef hadiethmateriaal kent geen enkele geval.

De type iltifaat Newat en gerelateerde kenmerken zijn:

Volgens M A S Abdel Haleem valt fout 1 in de categorie iltifaat.

Hier is zijn commentaar op fout nr. 1:

Deze verandering in naamval is overeenkomstig veranderingen in aantal, persoon en tijd. Deze worden alle gebruikt in de koran voor retorische doeleinden in hun contexten. Dit is een karakteristiek dat iltifaat genoemd wordt. Hiervan zijn talloze voorbeelden in het Arabisch. Wat betreft hoe deze retorische maatregelen genomen worden in de koran – zij worden uitgebreid behandeld in het grootste boek over koranwetenschap genaamd Al-Burhan door Zarkashi.

Zarkashi defineerde iltifaat als:

“de verandering van spraak van de ene modus naar de andere, ten gunste van frisheid en variëteit voor de luisteraar, om zijn belangstelling te vernieuwen, en om zijn geest van verveling en frustratie te behoeden, door één modus voortdurend aan te horen. [2]

Allah wist dat iedere vrome moslimlezer van de koran zal komen bij soera 5:69 of 4:162 bijvoorbeeld, en zichzelf aantreft lijdend aan verveling en frustratie, en besloot voor dit doel Allah om een punt van iltifaat te maken om de geesten van alle moslims over de eeuwen heen te verfrissen!

En we vragen: Wordt deze iltifaat gevonden in de moeder van het boek dat ook in de hemel is?

Hier zijn enkele commentaren gemaakt door Arabische geleerden over de natuur van iltifaat:

Iltifaat wordt ook door sommige “ al-sarf en al-insiraf genoemd (beide van deze betekenissen betekent lexigrafisch ‘vertrekken ’” [3]

En “... het gebruikt één [modus] op een plaats waar anderen gebruikt behoren te worden” [4]

Anderen zagen het als choeroedj al-kalam ‘ ala moeqtada ‘ l-zaher (vertrek van wat normaal gesproken verwacht wordt). [5]

Deze iltifaat wordt ook sjahat al-arabia (het durven van de Arabische taal) genoemd. Een durvend persoon, ... onderneemt wat anderen niet durven en dat is iltifaat in spraak [6]

Volgens bovenstaande is iltifaat dus allereerst een vertrek van de normen van de Arabisch grammatica. Als deze iltifaat een REGEL was van de Arabische grammatica dan zou zijn gebruik als geen vertrek worden beschouwd.

Ten tweede “zou” in iltifaat de modus of verbuiging “niet gebruikt behoren te worden” op de manier dat het gebruikt wordt. Opnieuw als deze iltifaat een REGEL van Arabisch grammatica was dan zou zijn gebruik niet gekenmerkt worden als “niet behoren te worden”.

Ten derde als iltifaat een REGEL was van de Arabische grammatica dan zou zijn gebruik geen “durven” worden genoemd want dat is een gevaarlijke daad.

Iltifaat dan is in kort een durvende vertrek dat niet plaats behoort te hebben. Dit zijn niet de beschrijvingen van een regel of zelfs een uitzondering maar deze definities van iltifaat zelf zijn erg heldere commentaren op de verschillende antwoorden van de eerste fout. Als de antwoorden genoemd in het begin van het artikel in overeenstemming waren met de regels van de Arabische grammatica, zou er helemaal geen noodzaak zijn geweest voor iltifaat.

Nu laten we luisteren naar de auteur van het artikel over iltifaat, om te zien hoe hij “zich verontschuldigt” voor de gevallen die een verandering van een naamval behelzen bijv. de eerste fout:

  1. Deze categorie... behelst een erg beperkt aantal voorbeelden, ... 2:177, 4:162 en 5:69.
  2. Gezegd werd iltifaat te zijn alleen volgens één lezing die een verschuiving in betreffende woorden behelst, maar in ieder geval is er een andere (minder gebruikelijke) lezing die geen verschuiving behelst.
  3. Volgens de lezing die een verschuiving behelst, uitleggingen van de verschuiving op de grond van iltifaat blijven tenminste zo sterk zo niet sterker dan andere uitleggingen. [7]

Mr Abdel Haleems overtuiging dat de uitleg van de verschuiving op de grond van iltifaat sterker kan zijn dan andere uitleggingen zegt iets over deze andere uitleggingen. Want als de andere uitleggingen sterk en valide waren, zou er geen noodzaak zijn voor andere uitleggingen op enig andere gronden. Mr Abdel Haleem heeft geen twijfel in het vermelden van de verschuiving in soera 2:177 (zie de vijfde fout in ons artikel) precies zoals we deden in ons artikel:

Soera 2:177 ... Al-sabirin is in parallel met al-moefoen dat nominatief is en daarom nominatief ( al-sabiroen) moet zijn, er is een verschuiving naar het accusatieve geval. Maar hoe moet dit worden uitgelegd? Volgens de verslagen van Zarkashi, is het iltifaat. Zoals we hieronder zullen zien, vertrek van wat normaal verwacht wordt wordt gedaan voor een bijzondere doel. [8]

Geen grammaticale gymnastiek in het bovenstaande, maar een directe toepassing van de Arabische regels van grammatica. En ondanks het zien als een vertrek van wat normaal wordt verwacht, noemt Mr Abdel Haleem het niet een fout maar een verschuiving.

Dus wat is het bijzondere doel waarom de verschuiving plaatsvond?

Volgens Mr Abdel Haleem is het “om het belang van al-sabirin te benadrukken.” [9] En “het feit dat al-sabirin vier keer in dezelfde soera [soera 2] genoemd wordt.” [10]

Het woord sabirin (mensen die verdragen en geduldig zijn) wordt drie keer genoemd in soera 3, maar het woord verdraagzaamheid of zijn afleidingen wordt acht keer genoemd in soera 3. Dezelfde afleidingen van het woord worden ook acht keer in soera 2 genoemd. Waarom dan lopen het woord sabr (stam van sabirin) en zijn afleidingen het ondergaan van de verschuiving in soera 3 mis?

Wat is de goddelijke wijsheid in het kiezen van het woord in 2:177 uit deze vier verzen (2:153, 155, 177, 249) in soera 2 om het belang van al-sabirin te benadrukken?

We zouden graag de Arabische lezers willen vragen om die vier verzen tezamen op te schrijven en te kijken of een persoon waarschijnlijk is om een grammaticafout te maken in het betrekken van het woord al-sabirin in die verzen. Welk vers zal het waarschijnlijk zijn?

De Arabische lezer zal vinden dat het erg moeilijk is een fout te maken in de andere drie verzen (2:152, 155, 249). Met andere woorden dit is geen goddelijke wijsheid maar een menselijke zwakte.

Het tweede vers dat een verandering in naamval behelst wordt gevonden in soera 4:162 (zie de tweede fout in ons artikel).

Hier opnieuw heeft Mr Abdel Haleem geen twijfel in het stellen van het vertrek in soera 4:162 precies zoals we deden in ons artikel. Hier is wat hij zei:

De verschuiving (van nominatief naar accusatief opnieuw) gebeurt hier met degenen ‘die het gebed verrichten’ ( wal-moegimin). Het benadrukken van het gebed hier is begrijpelijk in het licht van het feit dat gebed negen keer genoemd wordt in soera 4, inclusief een lange passage over zijn belang in oorlog, eigen voor deze soera. [11]

Het woord gebed wordt ook negen keer genoemd in soera 2 en zijn afleidingen worden drie keer genoemd in soera 2 terwijl zijn afleidingen alleen twee keer worden genoemd in soera 4. Dus gebed wordt 12 keer genoemd in soera 2 terwijl het 11 keer genoemd werd in soera 4. Niettemin was er geen verschuiving van naamval in deze verzen. Behalve dat wordt het gebed genoemd in de openingvers van soera 2, in vers 3 na het noemen van het Boek. De theorie van iltifaat is lukraak.

Wat is de goddelijke wijsheid in het kiezen van het woord in 4:162 uit die verzen (4:101, 102, 103, 143, 162) om het belang van gebed te benadrukken.

We zouden de Arabische lezers graag willen vragen om die vijf verzen tezamen op te schrijven en te kijken of een persoon waarschijnlijk is een grammaticafout te maken met het woord moeqimim in die verzen. Welk vers zal het waarschijnlijk zijn?

De Arabische lezer zal vinden dat het erg moeilijk is om een fout in de andere vier verzen te maken. Met andere woorden dit is ook geen goddelijke wijsheid maar een menselijke zwakte.

Het derde geval van verandering in naamval betreft soera 5:69 (Zie de eerste fout in ons artikel).

Hier opnieuw heeft Mr Abdel Haleem geen aarzeling in het stellen van vertrek in soera 5:69 precies zoals we in ons artikel deden. Hier is wat hij zei:

Sabi’oen lijkt een coördinaat te zijn met de accusatieve zelfstandige naamwoorden ervoor en moet bijgevolg accusatief zijn, maar het is nominatief. Hier opnieuw is er een andere (minder gebruikelijke) lezing wal-sabi’in makend het accusatief met geen verschuiving. [12]

En de reden voor de verschuiving is volgens Mr Abdel Haleem:

Oordelend vanuit de context van de situatie, dan kan over sabi’un in 5:69 gezegd worden, benadrukking te vereisen op de manier gesuggereerd door Zamakshari, Khalil en Sibawaih: zelfs de Sabi ’un zullen vergeven worden als zij geloven… anderen zullen eerder vergeven worden, de sabi’un is van alle genoemde categorieën de meest duidelijk verdwaald. [13]

Statistiek helpt Mr Abdel Haleem hier niet. In feite sloopt statistiek zijn theorie. In soera 5 van vers 15 tot 83 spreekt de koran over de mensen van het Boek. Met andere woorden de koran wijdt 68 verzen aan het aanspreken van de joden en de christenen. De sabi’in wordt één keer genoemd in de hele soera 5. De koran wedijvert met de mensen van het Boek niet met de sabi’in.

Mr Abdel Haleem en de geleerden die hij citeert beweren dat de “ sabibin” van alle categorieën genoemd het duidelijkst verdwaald zijn. Deze bewering is in tegenstelling tot de koran en zijn historiciteit. De sabi’in wareneenvoudig volgelingen van Johannes de Doper. Ongelijk de joden en christenen beweerden zij nooit dat hun profeet de zoon van God is. Hun dwaling wordt zelfs niet in de koran genoemd. Het is vanwege sommige mensen van het Boek dat de koran hun zonden, hypocrisie en sjirk opnoemt. De lezer kan deze sectie van de koran zelf controleren.

Mr Abdel Haleem heeft zijn roeping gemist. Door iltifaat verkocht hij eerst zijn lezers het idee van het belang van verdraagzaamheid, vervolgens verkocht hij ze het idee van het belang van gebed, daarna het belang van het geloof. Dit alles werd gedaan door “benadrukking” via verschuiving en vertrek van de grammaticaregels. Wat is nog meer belangrijk? Hij vergat het vasten, hij vergat de zakaat en hij vergat de djihaad. Zijn deze niet alle even belangrijk? God moet knipogen wanneer hij spreekt om zijn woorden te benadrukken. Als mensen deze iltifaat geloven en hun gezichten her en der voortdurend wenden, zou Mr. Abdel Haleem goed in staat zijn om ze het vrijheidsbeeld te verkopen.

Zij [ Mr Abdel Haleem en de geleerden] laten mensen hun gezichten wenden en zij denken dat God knipoogt ( hasja lellah) zodat zij de religie van de mensen kunnen stelen.

Maar de meest overtuigende bewijs dat iltifaat een uitvinding is komt van Mr Abdel Haleems artikel zelf:

Niemand lijkt verwijzingen [van iltifaat] te citeren in proza anders dan van de koran: en inderdaad een steekproef hadiethmateriaal kent geen enkele geval.[14]

Waarom is dit zo? Representeert de hadieth niet een enorme dwarsdoorsnede van de Arabische taal besprekend bijna iedere mogelijk levensonderwerp? Statistisch gesproken representeert de hadieth een grotere dwarsdoorsnede van de Arabische taal dan de koran. Dit is een feit dat niet kan worden weersproken. Waarom is er dan in deze grote dwarsdoorsnede geen enkel geval van iltifaat zoals Mr Abdel Haleem verslag doet?

Hier is de heldere waarheid en reden waarom er niet één geval van iltifaat in de hadieth Qoedsi of andersinds gevonden wordt:

Walid Ibn Moeslim zei: “Ik hoorde al-‘ Awaza’y zeggen: ‘Er is geen kwaad in het corrigeren van de grammaticale fouten gevonden in de hadieth ’”. Hij zei ook: “Ik hoorde al-‘ Awaza’y zeggen: ‘Corrigeer de grammaticale fouten in de hadieth want de [vroegere] mensen waren Arabieren ’”. [bedoelend van nature de grammatica van de Arabische taal wetend]

En Gaber zei: “Ik vroeg ‘ Amar en ‘ Aba Ja’far en ‘Ata’ over de mens die grammaticale fouten maakt terwijl hij de hadieth citeert, moet ik hem citeren zoals ik hem hoorde of moet ik de grammaticale fouten van de hadieth corrigeren?” Hij zei: “Corrigeer ze… ” En al-Nadr bin Shamiel zei: “ Hoshaym was gewoon de hadieth te citeren met grammaticale fouten maar ik heb zijn verslaglegging gekleed met goede klederen, bedoelend corrigerend zijn grammaticale fouten. En ‘Ali bin al-Hasan zei: Ik zei tegen Ibn al-Mobarak: Soms bevatten de hadieth grammaticale fouten, moet ik ze corrigeren? Hij zei: Ja. Die [vroegere] mensen maakten geen grammaticale fouten. Die fouten zijn van ons.

Imam Ibn Faares sprekend over het onderwerp zei: Sommige mensen zijn de mening toegedaan dat als een persoon grammaticale fouten maakt terwijl hij de hadieth citeert, degene die hem hoort moet hem precies citeren zoals hij hem hoorde, maar anderen zeiden: De hoorder moet de grammaticale fouten corrigeren als hij de regels van de Arabische` taal kent. Het bewijs van dit advies is dat de profeet van Allah de meest eloquente van alle Arabieren was en Allah de hoogst verhevene hem gereinigd heeft [van het maken van dergelijke fouten] aangezien dergelijke woorden geciteerd moeten worden vrij van alle grammaticale fouten.” [15]

Dr Sobhy as-Saleh geeft ook een voorbeeld van een dergelijk correctie: … de mensen van verificatie riepen om de noodzaak om de grammaticale fouten in de hadieth te corrigeren… want al-Hasan bn al-Halawani zei: Corrigeer welke grammaticale fouten je ook vindt in mijn boek, omdat Ibn ‘ Affan geen grammaticale fouten maakte [toen hij de hadieth citeerde]. En ‘ Affan zei: Corrigeer welke grammaticale fouten je ook vindt in mijn boek, omdat Hammad geen grammaticale fouten maakte [toen hij de hadieth citeerde]. En Hammad zei: Corrigeer welke grammaticale fouten je ook vindt in mijn boek, omdat Qatada geen grammaticale fouten maakte [toen hij de hadieth citeerde].” [16]

En het gaat verder zonder te zeggen dat uiteindelijk alle hadieth gecorrigeerd moeten worden omdat de bron de profeet van islam Hammad geen grammaticafouten maakte.

Dus van oorsprong bevatte de hadieth grammaticafouten, wat te verwachten is. Als er een verschuiving in de koran was, moest er een verschuiving in de hadieth zijn. Maar met het verstrijken van de tijd werd al het bewijs ervan verwijderd.

De moslimgeleerden zagen deze fouten niet als iltifaat of shaja’a (durvend) of badi (verfijning); nee, zij zagen ze zoals zij zijn: FOUTEN en zij verbeterden ze.

Zij noemden het iltifaat het toppunt van balagah, zijn noemden het sjadja’a, zijn noemden het badi maar de keizer is naakt, hij heeft geen kleren aan.

Referenties:

1. Antwoorden op de grammaticale fouten in de koran door M S M Saifullah.
2. The Bulletin of School of Oriental and African Studies, Volume LV, Part 3, 1992, Grammatical Shift For The Rhetorical Purposes: Iltifaat And Related Features In The Qur'an, p. 410.
3. ibid., p. 410.
4. ibid., p. 410.
5. ibid., p. 411.
6. ibid., p. 410.
7. ibid., p. 423.
8. ibid., p. 423.
9. ibid., p. 423.
10. ibid., p. 423.
11. ibid., p. 425.
12. ibid., p. 426.
13. ibid., p. 427.
14. ibid., p. 408.
15. ' Adwaa' 'al 'as-Sunnah al- Mohammadiah, Mahmood abu Rayiah, Dar al- Ma'aref, fifth edition, pp. 81-82.
16. ' Ulum al- Hadith, Dr Sobhy as- Saleh, Dar el-'Elm lel-Malayeen, Lebanon, pp. 330-331.