Boechari Boek 45
Volume 3, Boek 45, Nummer 687:
Verteld door Djabir bin ‘Abdoellah:
Mohammed zei: “Wie wil Ka’b bin Al-Ashraf (een dichter die spotverzen over de islam maakte) doden omdat hij Allah en zijn Apostel heeft beledigd?” Moehammad bin Maslama (stond op en) zei: “Ik zal hem doden.” Dus ging Moehammad bin Maslama naar Ka’b en zei: “Ik wil een lening van één of twee Wasqs graan.” Ka’b zei: “Geef je vrouwen als onderpand.” Moehammad bin Maslama zei: “Hoe kunnen we onze vrouwen als onderpand geven, gezien je de knapste onder de Arabieren bent?” Hij zei: “Geef dan je zonen als onderpand.” Moehammad zei: “Hoe kunnen we onze zonen als onderpand geven, aangezien de mensen hen zullen misbruiken omdat ze voor één of twee Wasqs graan als onderpand worden gegeven. Dat is een schande voor ons. Maar we zullen onze wapens als onderpand geven.” Dus beloofde Moehammad bin Maslama hem dat hij terug zou komen. Zij (Moehammad bin Maslama en zijn metgezellen) kwamen zoals beloofd en vermoordden hem. Daarna gingen ze naar de Profeet en vertelden hem erover.