Boechari Boek 31

Volume 3, Book 31, Number 125:

Verteld door Aboe Hoeraira:

De Profeet zei: “Degene die gebeden vestigt op de nacht van Qadr uit oprecht geloof en hopend voor een onderscheiding van Allah, dan zullen al zijn voorafgaande zonden vergeven worden; en degene die vast in de maand Ramadan uit oprecht geloof, en hopend voor een onderscheiding van Allah, dan zullen al zijn voorgaande zonden vergeven worden.”


Volume 3, Boek 31, Nummer 126:

Verteld dor Ibn ‘Abbaas:

De Profeet was de meest genereuze onder de mensen, en hij was dat meer in de maand Ramadan wanneer Gabriël hem bezocht, en Gabriël was gewoon om hem iedere nacht van de Ramadan te ontmoeten tot het einde van de maand. De Profeet was gewoon de heilige koran aan Gabriël te reciteren, en toen Gabriël hem ontmoette, was hij genereuzer dan een snelle wind (dat regen en voorspoed veroorzaakt).


Volume 3, Boek 31, Nummer 170:

Verteld door Nafi:

Ibn ‘Oemar reciteerde het vers: “En voor diegene die kunnen vasten een keuze hadden te vasten, of iedere dag een arme te voeden, en zei dat de uitvoering van dit vers was geannuleerd.

Volume 3, Boek 31, Nummer 172:

Verteld door Aboe Said:

De profeet zei, 'Het is toch zo dat een vrouw niet bidt en vast tijdens de menstruatie? En daarom is zij minderwaardig in haar religie."



Boechari index