Boechari Boek 22
Volume 2, Boek 22, Nummer 301:
Verteld door Aboe Hoeraira:
De Profeet bood eens het gebed aan en zei: “Satan kwam voor mij en probeerde mijn gebed te onderbreken, maar Allah gaf mij de bovenhand op hem ik wurgde hen. Geen twijfel, ik dacht om hem aan één van de pillaren van de moskee te binden totdat u in de ochtend opstaat en hem ziet. Vervolgens herinnerde ik me de uitspraak van de Profeet Salomo: ‘Mijn Heer! O mijn Heer, vergeef mij, en schenk mij een koninkrijk hetwelk na mij voor niemand anders is’ [Soera 38: 35] Toen liet Allah hem (satan) terugkeren met zijn hoofd naar beneden (vernederd).
Volume 2, Boek 22, Nummer 323:
Verteld door Aboe Hoeraira:
Allah's apostel zei: "Als de oproep tot het gebed klinkt, gaat de satan ervandoor terwijl hij een wind laat, zodat hij de Adhan niet hoort, en als de oproep is afgelopen keert hij terug, en als de Iqama wordt uitgesproken gaat de satan er ook vandoor....