Boechari Boek 12
Volume 1, Boek 12, Nummer 711:
Verteld door Aboe Hoeraira:
Allah's apostel was gewoon om stil te zijn tussen de Takbir en de recitatie van de koran en die interval van stilte was gewoonlijk een korte. Ik zei tegen de profeet: “Mogen mijn ouders voor u worden geofferd! Wat zeg je er in de pauze tussen Takbir en de recitatie?” The profeet zei: "Ik zei: 'Allahumma, ba'id baini wa baina khatayaya kama ba'adta baina-l-mashriqi wa-l-maghrib. Allahumma, naqqim min khatayaya kama yunaqqa-ththawbu-l-abyadu mina-ddanas. Allahumma, ighsil khatayaya bil-ma'i wa-th-thalji wal-barad (O Allah! Scheid mij van mijn zonden [khati’a] zoals het oosten en westen gescheiden van elkaar zijn en reinig mij van mijn zonden [khati’a] zoals een wit kledingstuk is gereinigd van vuil (na grondig wassen). O Allah! Was mijn zonden [khati’a] met water, sneeuw en hagel.)"
Volume 1, Boek 12, Nummer 770:
Verteld door Aboe Hoeraira:
De mensen zeiden: “O Allah’s Apostel! Zullen we onze Heer zien op de Dag der Opstanding?” Hij antwoordde: “Heeft u enig twijfel in het zien van de volle maan op een heldere (niet bewolkte) nacht?” Zij antwoordden: “Nee, O Allah’s Apostel!” Hij zei: “Heeft u enig twijfel in het zien van de zon wanneer er geen wolken zijn?” Zij antwoordden negatief. Hij zei: “U zult Allah (uw Heer) op dezelfde manier zien. Op de Dag der Opstanding zullen mensen bijeenkomen en Hij zal de mensen gebieden te volgen wat zij gewoon zijn te aanbidden. Zo zullen sommigen van hen de zon volgen, zo zullen sommigen de maan volgen, en zo zullen sommigen andere goden volgen; en alleen deze natie (moslims) zullen achtergelaten worden met de hypocrieten. Allah zal tot hen komen en zeggen: ‘Ik ben Uw Heer.’ Zij zullen zeggen: ‘We zullen op deze plaats blijven totdat onze Heer naar ons komt en wanneer onze Heer zal komen, zullen we Hem herkennen. Daarna zal Allah tot hen komen en zeggen: ‘Ik ben uw Heer.’ Zij zullen zeggen: ‘U bent onze Heer.’ Allah zal hen roepen, en As-Sirat (een brug) zal over de hel gelegd worden en ik (Mohammed) zal de eerste onder de Apostelen zijn om het met mijn volgelingen te overlopen. Niemand behalve de Apostelen zullen dan in staat zijn om te spreken en zij zullen tot hen zeggen: ‘O Allah! Red ons. O Allah. Red ons.’
Er zullen haken zijn zoals de doornen van Sa’dan in de hel. Hebt u ooit de doornen van Sa’dan gezien?” De mensen zeiden: “Ja.” Hij zei: “Deze haken zullen zijn als de doornen van Sa’dan maar niemand behalve Allah kent hun grootte en deze zullen de mensen verstrikken naar gelang hun daden; sommigen van hen zullen vallen en voor altijd in de hel verblijven; anderen zullen straf ontvangen (gescheurd in kleine stukken) en zullen uit de Hel komen, tot het moment dat Allah genade bestemt voor degene die hij onder de mensen van de hel welgezind is, Hij zal de engelen gebieden om diegenen uit de hel te halen die niemand dan Hem alleen aanbaden. De engelen zullen hen eruit nemen door hen te herkennen aan de sporen van prostraties, want Allah heeft het (helle)vuur verboden om die sporen weg te nemen. Dus zij komen uit het vuur, het zal het hele menselijke lichaam verteren behalve de merktekens van prostraties. Op dat moment zullen zij slechts als skeletten uit het vuur komen. Het Water van Leven zal over hen uitgegoten worden met als gevolg dat zij zullen groeien als de zaden die groeien op de oever van stromend water. Daarna wanneer Allah klaar is met de oordelen onder zijn schepsels, zal één man achtergelaten worden tussen de hel en het paradijs en hij zal de laatste man zijn van de mensen uit de hel om het paradijs binnen te treden. Hij zal de hel zien, en zal zeggen: ‘O Allah! Keer mijn gezicht van het vuur aangezien de wind mij uitgedroogd heeft en de stoom mij verbrand heeft.’ Allah zal hem vragen: “Zal u iets meer vragen in geval deze gunst aan u wordt gegeven?’ Hij zal zeggen: “Nee bij Uw (Eervolle) Macht!” En hij zal aan zijn Heer (Allah) geven wat hij wil van de beloften en de verbonden. Allah zal dan zijn gezicht uit het Vuur keren. Wanneer hij het Paradijs zal zien en zijn charme zal zien, zal hij stil blijven zolang Allah het wil. Hij zal dan zeggen: ‘O mijn Heer! Laat mij naar de poort van het Paradijs gaan.’ Allah zal hem vragen: ‘Heeft u geen beloften gegeven en verbonden gemaakt (met het gevolg) dat u voor niets meer zou vragen dat wat u in het begin verzocht?’ Hij zal zeggen: ‘O mijn Heer! Maak mij niet de meest ellendige, van onder Uw schepselen.’ Allah zal zeggen: ‘Als dit verzoek wordt gehonoreerd, zal u dan om iets anders vragen?’ Hij zal zeggen: ‘Nee! Bij Uw Macht! Ik zal niets anders vragen.’ Dan zal hij aan zijn Heer geven wat Hij wil van de beloften en de verbonden. Allah zal hem dan laten gaan naar de poort van het Paradijs.
Bij het bereiken van het Paradijs en het zien van zijn leven, charme en genot, zal hij stil blijven zo lang Allah het wil en zal dan zeggen: ‘O mijn Heer! Laat mij het paradijs binnengaan.’ Allah zal zeggen: Moge Allah genadig met u zijn, o zoon van Adam! Hoe verraderlijk bent u! Hebt u geen verbonden gemaakt en beloften gegeven dat u voor niets anders zal vragen dan wat u gegeven is?’ Hij zal zeggen: ‘O mijn Heer! Maak mij niet de meest ellendige onder Uw schepselen.’ Dus zal Allah lachen en hem toestaan om het Paradijs binnen te treden en zal hem vragen te verzoeken zoveel als hij wil. Hij zal dit doen totdat al zijn verlangens zijn vervuld. Dan zal Allah zeggen: ‘Verzoek meer van die en die dingen.’ Allah zal hem herinneren en wanneer al zijn verlangens en wensen zijn vervuld, zal Allah zeggen: “Dit alles is aan u gegeven en een overeenkomstige hoeveelheid daarnaast.” Aboe Said Al-Choedri, zei tegen Aboe Hoeraira: ‘Allah’s Apostel zei: “Allah zei: ‘Dat is voor u en tien keer meer zoals het.’” Aboe Hoeraira zei: “Ik herinner mij niet van Allah’s Apostel behalve (zijn uitspraak): ‘Dit alles is aan u gegeven en een overeenkomstige hoeveelheid daarnaast.” Aboe Sahd zei: “Ik hoorde hem zeggen: ‘Dat is voor u en tien keer meer overeenkomstig.”
Volume 1, Boek 12, Nummer 795:
Verteld door ‘Aïsja:
(De vrouw van de profeet) Allah's apostel was gewoon om Allah in te roepen in het gebed zeggend: “Allahumma inni a'udhu bika min adhabil-qabri, wa a'udhu bika min fitnatil-masihid-dajjal, wa a'udhu bika min fitnatil-mahya wa fitnatil-mamati. Allahumma inni a'udhu bika minal-ma thami wal-maghrami. (O Allah, ik zoek toevlucht bij u van de straf van het graf en van de kwellingen van Masi,h Ad-Dadjjal en van de kwellingen van het leven en de dood. O Allah, ik zoek toevlucht bij u van de zonden en van het zijn in schuld).” Iemand zei tegen hem: “Waarom zoekt hij zo dikwijls toevlucht bij Allah van het zijn schuld?” The profeet antwoordde: “Een persoon in schuld vertelt leugens wanneer hij spreekt, en verbreekt beloften wanneer hij die maakt.” ‘Aïsja vertelde ook: Ik hoorde Allah's apostel in zijn gebed toevlucht zoeken bij Allah van de kwellingen van Ad-Dadjjal.