Komt gij zondaars, wordt gegeseld en gestenigd in naam van de islam!
Of wordt vergeven, geheeld en hersteld door Jezus!
Recentelijk, in april 2004, verklaarde een Zwitsers gerechtshof de beslissing van de overheid ongeldig om Hani Ramadan te ontslaan, omdat hij in het openbaar de doodstraf van overspeligen door steniging had verdedigd. Hij volgt daarbij de gebruikelijke beredenering van moslimapologeten (verdedigers van de islam) dat wanneer seksuele zondaars niet worden gestenigd, de wereld zijn morele ondergang nooit te boven kan komen en niet van geslachtsziektes kan afkomen.
In december 2004 rapporteert Amnesty International:
Een Iraanse vrouw, belast met overspel, wordt binnen vijf dagen gedood door steniging nadat het Opperste Gerechtshof haar doodstraf vorige maand bevestigde. Voor haar naamloze medegedaagde dreigt het gevaar opgehangen te worden. Leden van Amnesty International hebben een dringend beroep gedaan aan de Iraanse overheid om de executie niet uit te voeren.
Ze zal tot haar borst worden begraven en vervolgens worden gestenigd tot de dood er op volgt.
De Saoedi-Arabische ambassadeur in Londen, Ghazi al-Qusaibi, zegt dat stenigen wellicht volgens westerse maatstaven irrationeel is, maar dat het hoort “tot de kern van het islamitische geloof.” Hij zegt ook dat westerlingen in kwesties als deze de moslimse cultuur behoren te eerbiedigen.
Een intellectueel, het Iraanse Opperste Gerechtshof, en de Saoedi-Arabische ambassadeur in Londen beweren dat het steniging van overspeligen een gewettigde straf is voor de samenleving. Hoe komen zij bij dit soort uitspraken? Van een twintigste-eeuwse extremist? Uit het niets? Behoort dit tot de “kern” van de islam?
Het is triest te vermelden dat deze drie moslims zich beroepen op de prille islam ten tijde van Mohammed. Uiterst betrouwbare Ahadieth (de woorden en daden van Mohammed buiten de Koran) tonen zonder twijfel aan dat Mohammed, onder Allah’s leiding, overspeligen stenigde tot de dood er op volgde en ontuchtplegers geselde - deze laatste straf komt uit de koran, soera 24:2.
Om dit aan te tonen en een duidelijker beeld te verkrijgen over deze maatregel, is dit artikel verdeeld in twee belangrijke secties: aan de ene kant de koran en de hadieth, en aan de andere kant het nieuwe testament. Zoals wij zullen zien, hebben deze twee heilige boeken, voor wat betreft seksuele zonde, totaal verschillende oplossingen.
Het gedeelte over de koran volgt een specifieke methode van exegese (gedetailleerde analyse van een tekst). Ten eerste gebruiken we twee reputabele moslimvertalingen van soera 24:2. Ten tweede bekijken we de historische context. De derde stap is de letterlijk context te onderzoeken van de verzen die aan het doelvers vooraf gaan en daarop volgen. De tweede en derde stap verklaren het vers nader en zij voorkomen het gebruikelijke, en automatische verweer van moslimapologeten dat “het vers uit zijn verband is gehaald”. De vierde stap is het interpreteren van het doelvers. Verreweg de meest bekwame verdediger van de traditionele en originele islam is Sayyid Abul A’La Maududi († 1979) in zijn De betekenis van de koran. Hij was een Indo-Pakistaan die zich beijverde voor het vestigen van een theocratische staat in Pakistan. Wij laten hem dus de vroege islam verklaren. De interpretatiefase kent ook drie delen: de bewijzen die overlegd moeten worden vóór een rechter de straf oplegt; het doel van de straf (om toekomstige “misdaden” te voorkomen en de samenleving te zuiveren); en de verwarring die zo inherent is aan de islamitische wet (de sjaria).
Voor het gedeelte van het nieuwe testament stellen en beantwoorden wij de eenvoudige vraag: Wat zou Jezus doen? Het korte antwoord is: vergeef, heel en herstel de zondaar -- niet geselen of stenigen.
Aan het einde van dit artikel passen wij onze bevindingen toe op de wereld van vandaag.
De koran en de hadieth
Als eerste stap in onze methode halen we een betrouwbare moslimvertaling van soera 24:2 aan.
24:2 De ontuchtige vrouw en de ontuchtige man, slaat hen ieder met honderd slagen. En laat medelijden met hen jullie niet treffen in de godsdienst van Allah, indien jullie in Allah en de Laatste Dag geloven. En laat een groep van de gelovigen getuige zijn van hun bestraffing. (Siregar)
De historische context van deze soera heeft, naar men zegt, gebeurt bij een rooftocht op een stam in december van het jaar 627 of in januari van 628, waarop Mohammed zijn favoriete en jongste vrouw Aïsja, de dochter van Aboe Bakr, zijn luitenant en rechterhand, met zich mee bracht. Na de overwinning van de moslims, reisden zij terug naar Medina, honderd vijftig mijl naar het noorden. Tijdens hun laatste stop moest Aïsja haar behoefte doen, maar verloor daarbij haar halsketting in het donker, vlak voordat het leger vroeg in de morgen het kamp wilde verlaten. Zij verliet haar draagstoel en keerde terug om de halsketting te zoeken, vond hem, en ging terug naar de kameel met haar draagstoel. De man die haar kameel leidde, was echter in de veronderstelling dat zij zich op haar gesluierde draagstoel bevond en leidde het dier weg bij de halster. Toen zij teruggekeerde, zag Aïsja dat zij achtergelaten was. Een knappe jonge moslim genaamd Safwaan zag haar echter en begeleidde haar terug naar Medina. Bij het zien van het jonge stel dat tezamen de stad binnenging, verspreidden zowel de tegenstanders van de moslims als ook de tegenstanders van Mohammed roddelpraatjes. Uiteindelijk kwam openbaring dat Aïsja niet zich aan enige vorm van immoraliteit schuldig had gemaakt.
De historische context van soera 24:2 legt aldus enige grondregels vast tegen seksuele zonde, waarvan honderd geselslagen één van de regels is.
De letterlijke context - de verzen volgend op ons doelvers - legt nieuwe huis en huwelijksregels voor de moslimgemeenschap vast. In vers 3 mag een overspelige vrouw een overspelige man of een afgodsdienaar huwen, en hetzelfde geldt voor een overspelige man. Mohammed zegt in vers 4 dat iemand die onschuldige vrouwen beschuldigt van ontucht, vier getuigen moet hebben. Zo niet, dan behoort hij tachtig zweepslagen te krijgen, en zijn verklaring wordt daarna verworpen, tenzij hij spijt heeft van zijn beschuldiging (vers 5). In verzen 6 tot 9 voert Mohammed de regel in voor een echtgenoot die zijn vrouw beschuldigt, maar die geen vier getuigen heeft. Dit is bekend als de wet van Li’ an, wat van La’na komt. Dit woord verwijst naar een vervloeking en is afgeleid van een regel in deze drie verzen die zegt dat de echtgenoot en zijn vrouw vier keer een eed moeten afleggen en de vijfde keer moet elk van hen de vloek van Allah over zich afroepen als hij of zij liegt.
De letterlijke context onthult dat Allah door zijn profeet meerdere huis en huwelijksregels in zijn moslimgemeenschap in Medina heeft ingevoerd, waarvan soms de bestraffingen van de overtreden regels hard zijn.
Dit brengt ons naar onze vierde stap, het bespreken van enkele zeer belangrijke componenten in het vers zelf. Het eerste woord is “geselen”. Dit komt van het Arabische woord djalada, dat op zijn beurt van het woord “ djild” of “huid” komt (Maududi, volume 3, blz. 311-12, voetnoot 2). Dit betekent dat geselen, hetzij met een zweep met vele riemen hetzij met een stok, de huid niet mag openen. Voor moslimapologeten betekent dit dan ook dat Mohammed vol erbarmen is, maar zoals wij zullen zien, is het hele idee van het toepassen van lichamelijke straf op zondaars van het begin af aan, misplaatst. Het tweede sleutelwoord is zina, waarvan Haleem in een voetnoot van zijn vertaling zegt dat dit alle buitenhuwelijkse seksuele betrekkingen beslaat tussen een man en een vrouw. Maududi definieert het als: “Seksuele gemeenschap tussen een man en een vrouw zonder dat zij de wettelijke relatie van echtgenoot en echtgenote hebben.” (3:290). Hij maakt ons echter ook duidelijk dat geseling voor ongehuwde ontuchtplegers is gereserveerd, terwijl gehuwde overspeligen dienen te worden gestenigd (3:311-12). Voor deze interpretatie krijgt hij steun van de hadieth.
De vertaling van Hilali en Khan, The Noble Qur’an ( Riyadh: Darussalam, 2002), die gefinancierd is door de Saoedi-Arabische koninklijke familie, is het eens met Maududi in hun opmerkingen tussen haakjes, die niet in het oorspronkelijke Arabisch voorkomen:
24:2 Gesel een ieder van de ontuchtplegers met honderd slagen. Laat medelijden u er niet van weerhouden in een straf die door Allah is voorgeschreven, als u in Allah en de Laatste Dag gelooft. En laat een groep gelovigen getuige zijn van hun bestraffing. [Deze straf is voor ongehuwde personen die zich schuldig gemaakt hebben aan bovengenoemde misdaad (onwettige seksuele omgang), maar als gehuwde personen het begaan (onwettige seksuele omgang), is de straf hen te stenigen tot de dood er op volgt, volgens de wet van Allah].
Het deel tussen haakjes is afgeleid van de hadieth. Ongehuwde ontuchtplegers ontvangen honderd slagen, maar gehuwde overspeligen moeten sterven door steniging, zoals te lezen is in deze twee Ahadieth. De eerste levert het bewijs voor het geselen van alleen maar ongehuwde ontuchtplegers:
Zaid bin Chalid al-Djoehani verhaalt: Ik hoorde de profeet opdracht geven dat een ongehuwd persoon, schuldig aan seksuele omgang, met honderd slagen gegeseld moet worden en voor één jaar verbannen moet worden. (Sahieh Boechari volume 3, boek 49, nummer 860, volume 3, boek 50, nummer 885)
Islamitische juristen debatteren over de verbanning voor een jaar, en sommigen zeggen dat een jaar in de gevangenis deze straf vervangt (Maududi 3:311-12), maar in dit artikel zijn we niet zo geïnteresseerd in de verbanning in dit gedeelte van de wet. We moeten echter wel opmerken dat de westerse wereld door haar hele geschiedenis heen opsluiting of andere bizarre straffen voor ontucht en overspel heeft toegepast, overigens zonder resultaat. Deze ondoeltreffendheid trekt de veronderstelling in twijfel dat harde straffen voor zondaars de samenleving van seksuele zonden zou vrijwaren en toekomstige zonden zou voorkomen. Deze veronderstelling wordt hierna verder beschouwd in de hoofdstuk “het nieuwe testament.”
Voor wat betreft gehuwde overspeligen; zij dienen gestenigd te worden tot de dood erop volgt, volgens deze hadiethpassage:
Verteld door Djabir bin Abdoellah Al-Ansari:
Een man van de stam van Bani Aslam kwam tot Allah’s Apostel en informeerde hem dat hij onwettige seksuele gemeenschap gepleegd had en getuigde vier keer tegen zichzelf. Allah’s Apostel gebood hem om ter dood gestenigd te worden aangezien hij een getrouwd persoon was. (Sahieh Boechari, v olume 8, boek 82, nummer 805; zie ook nummer 806)
Maar in beide gevallen is het toepassen van dergelijke harde straffen op seksuele zonden van ontucht en overspel verkeerd en misplaatst, zoals wij hieronder zullen verklaren.
Voordat we deze stap in onze exegetische methode verlaten, moet tenslotte gezegd worden, hoe ongelooflijk het ook is, dat 24:2 de beschuldigers en rechters vermaant in het uitvoeren van de wet van God geen medelijden met hen te hebben. Maududi haalt een hadieth aan waarin staat dat een rechter naar de hel zal gaan op de dag des oordeels omdat hij uit medelijden tot slechts één zweepslag besloot. “Hij zal worden gevraagd: ‘Waarom hebt u dit gedaan?’ Hij (de rechter) zal zeggen: ‘Het was uit medelijden voor uw mensen.’ Allah zal zeggen: ‘Wel, dat betekent dat u medelievender was voor die mensen dan ikzelf.” Dan zal bevolen worden: ‘Breng hem naar de hel. ’”
Dit is één van de paradoxen van de islam. Een moslimrechter heeft bepaalde gevoelens, net zo als alle redelijke personen wanneer zij dergelijke harde straffen van Allah horen. Maar naar mag worden aangenomen heeft Allah meer compassie dan de menselijke rechter, terwijl de Godheid de medelievende mens naar de hel stuurt - vanwege het uit barmhartigheid veranderen van Allah’s onbarmhartige straf. Dit is inderdaad moeilijk te begrijpen.
De islamitische wet aangaande zina kan verder worden verklaard in de volgende drie delen: De vereisten voor het tot uitvoering brengen van geselen en stenigen; het doel van deze twee straffen; en de twee verwarrende elementen in islamitische wet. Daar de islamitische wet ontucht en overspel (ten onrechte) verheft tot het niveau van misdaden, gebruiken we dat woord en de overeenkomstige betekenissen daarvan in de volgende drie segmenten. Wanneer wij echter bij de verklaring van het nieuwe testament aankomen inzake overspel en de ontucht, zullen we op de meer precieze termen “zonde” en “zondaar” terugkomen.
Vereisten voor het uitvoeren van de straffen
Moslimuitleggers verklaren dat de islam er geen voorstander van is om deze twee strenge straffen, geselen en stenigen, op te leggen. Juristen hebben een aantal stappen of voorwaarden bepaalt waaraan moet worden voldaan alvorens de straffen kunnen worden toegepast (Maududi 3:306). Wij concentreren ons op vijf ervan.
Ten eerste moet het bewijs voor zina door vier ooggetuigen worden gevestigd (soera’s 4:15; 24:4, 13). Ten tweede moeten de getuigen betrouwbaar zijn waarvan nooit bewezen is dat zij valse getuigen zijn geweest bij vorige aangelegenheden. Zij mogen geen wrok koesteren tegen de beschuldigen. Ten derde, de vier getuigen moeten kunnen bewijzen dat zij de man en de vrouw aantroffen tijdens daadwerkelijke gemeenschap of te wel inflagrante delicto (op heterdaad). Dit is bijzonder moeilijk, zodat de straf zelden wordt toegepast, zeggen moslimapologeten. Als antwoord daarop kan echter gezegd worden dat de straf daadwerkelijk werd uitgevoerd ten tijde van Mohammed, het is dus niet onmogelijk. Ten vierde, de getuigen moeten unaniem zijn met betrekking tot de tijd, plaats en personen die de misdaad hebben begaan. Elke twijfel doet hun verklaring te niet.
Maududi schijnt een uitweg te zoeken om de uitvoering van de straffen te bemoeilijken:
Deze voorwaarden wijzen er duidelijk op dat de islamitische wet niet bedoeld is om mensen als vanzelfsprekend te bestraffen. Het legt strenge [let op het woord strenge] straffen op alleen wanneer er, ondanks alle maatregelen om het kwade te voorkomen en uit te roeien, nog steeds een schaamteloos paar bestaat in de islamitische samenleving die op zo’n manier misdaden begaat dat zelfs vier mensen erover kunnen getuigen (3:306).
Het schijnt bijna alsof Maududi zich ongemakkelijk voelt door soera 24:2 en de hadieth die geseling en steniging voorschrijven voor seksuele zonde. Het is interessant dat deze toegewijde moslimgeleerde de straf streng en de zonde een misdaad noemt. Hij heeft gelijk in het eerste bewoording (streng), maar niet in het tweede (misdaad). Ontucht en overspel zijn ernstige zonden die de samenleving negatief beïnvloeden, maar zij zijn geen misdaden. De straffen zijn overigens zo streng dat zij als misdaden moeten worden beschouwd.
Een vijfde vereiste is dat de zondaar zijn zonde vier keer mag bekennen. Dit is gebaseerd op de hadieth, zoals we hierboven zagen, verteld door Djabir bin Abdoellah al-Ansari (Boechari 8:6814). Deze hadieth toont Mohammed die zijn gezicht afkeert van een man die overspel pleegde:
Verteld door Aboe Hoeraira:
Een man van de stam van Bani Aslam kwam tot Allah’s Apostel terwijl hij in de moskee was en riep (de Profeet) zeggend: “O Allah’s Apostel! Ik heb onwettige seksuele gemeenschap gehad.” Hierop keerde de Profeet zijn gezicht van hem naar de andere kant, waarop de man de man zich bewoog naar de kant waar de Profeet zijn gezicht had gekeerd en zei: “O Allah’s Apostel! Ik heb onwettige seksuele gemeenschap gehad .” De Profeet keerde zijn gezicht (van hem) naar de andere kant waarop de man zich bewoog naar de kant waar de Profeet zijn gezicht had gekeerd en herhaalde zijn uitspraak. De Profeet keerde zijn gezicht (van hem) naar de andere kant opnieuw. De man bewoog zich opnieuw (en herhaalde zijn uitspraak) voor de vierde keer. Dus toen de man vier keer tegen zichzelf had getuigd, riep de Profeet hem en zei: “Bent u gek?”Hij antwoordde: “Nee.” De Profeet zei toen (tot zijn metgezellen): “Ga en stenig hem ter dood.” De man was een getrouwd iemand. Djabir bin ‘Abdoellah Al-Ansari zei: Ik was één van degenen die hem stenigden. We stenigden hem bij de Moesalla (gebedsplaats) in Medina. Toen de stenen hem raakten met hun scherpe kanten, vluchtte hij, maar wij vingen hem te Al-Harra en stenigden hem tot hij stierf.(Sahieh Boechari, volume 7, boek 63, nummer 196 ; zie ook nummer 195)
Naar men zegt, betekende het afwenden van zijn gezicht altijd dat Mohammed genade toonde en hem probeerde ertoe te brengen om in privé te spijt te betuigen. Maar de man ging door en dus legde Mohammed de ultieme en onomkeerbare straf van dood door steniging op. Ondanks de “genade”, blijft de vraag: zou deze straf überhaupt nog moeten bestaan? Dit wordt duidelijk gemaakt in de volgende en één van meest afschuwelijke ahadieth.
Een vrouw kwam tot de profeet en vroeg om weer rein te worden gemaakt door bestraffing. Hij zei tegen haar om weg te gaan en God om vergiffenis te vragen. Zij ging vier keer ermee door en zei dat zij zwanger was. Hij vertelde haar om te wachten tot zij zou bevallen. Vervolgens zei hij dat de moslimgemeenschap zou moeten wachten tot zij haar kind gespeend had. Toen de dag kwam dat het kind vast voedsel kon eten, overhandigde Mohammed het kind aan de gemeenschap.
... En toen hij zijn oordeel over haar had uitgesproken, werd zij tot haar borst in een gat gezet, en gaf opdracht aan de mensen haar te stenigen. Khalid b. al-Walid kwam met een steen die hij naar haar hoofd gooide. En toen het bloed op zijn gezicht spatte, vervloekte hij haar... (Sahieh Moeslim, boek 17, nummer 4206)
De profeet bad over haar dode lichaam om haar vervolgens te begraven. Laten we eerlijk zijn, hoe effectief was het gebed toen Mohammed en zijn groep haar in koele bloede vermoorden? De rest van de hadieth zegt dat Mohammed Chalid opdroeg niet te hard te zijn, maar de profeets woorden druipen van ironie. Hoe kun je niet hard zijn wanneer je stenen gooit naar het hoofd van een vrouw? Zouden de stenen alleen maar 50 of 60 kilometer per uur mogen gaan? Misschien bedoelde Mohammed dat Chalid haar niet had mogen vervloeken. En voor wat betreft die zogenaamde genade van Mohammed zijn hoofd vier keer afwendende, hij zou zijn hoofd 40 of 400 keer hebben moeten afgewend. Als Mohammed en Chalid werkelijk niet hard wilden zijn, maar genade wilden tonen, zouden zij haar vergeven moeten hebben en haar vrij hebben moeten laten om haar kind op te voeden.
Opnieuw moet de vraag gesteld worden: Heeft deze straf bestaansrecht, zeshonderd jaar nadat Christus ons de betere manier toonde?
Het doel van bestraffingen
Voor wat het geselen van ontuchtplegers en het stenigen van overspeligen betreft, houden moslimapologeten er twee benaderingen op na om de onverdedigbare straffen te rechtvaardigen. De straffen zijn juist (naar men zegt) en gerechtvaardigd ten eerste omdat zij afschrikwekkend werken en ten tweede omdat zij de samenleving van seksuele misdaden zuiveren.
Als eerste beweren apologeten dat deze straffen afschrikwekkend werken. Dit wordt geïmpliceerd in soera 24:2 wanneer de geseling (en de steniging) publiekelijk moeten worden uitgevoerd: ... “En laat een groep van de gelovigen getuige zijn van hun bestraffing.” (Haleem). Deze openbare vernedering wordt uitgevoerd om andere mensen vrees aan te jagen zodat zij de wetten van Allah zullen gehoorzamen (Maududi 3:319-20, voetnoot 4).
Als antwoord hierop kunnen we zeggen dat dit soort a-priori redenering in het gunstigste geval twijfelachtig is. Een openbaring behoort niet de feiten te bepalen. Er moeten meer harde bewijzen worden geleverd die aantonen dat geselen en stenigen een preventieve werking hebben op toekomstige zondaars. Zoals wij in de volgende sectie zullen zien, zouden de straffen zondaars ertoe kunnen leiden hun handelingen zorgvuldiger te verbergen dan voorheen. De straffen zullen geen misdaden tegenhouden, omdat deze misdaden geworteld zijn in de menselijke aard zelf.
De tweede benadering van conservatieve moslims is de bewering dat geselen en stenigen zijn ingesteld om de samenleving van seksuele misdaden te zuiveren en het tegen ineenstorting te beschermen. De logica van de apologeten hier is de gevolgen van seksuele misdaden zo afschuwelijk en verwoestend te doen voorkomen, dat deze straffen alleen maar juist en gerechtvaardigd kunnen zijn.
Bijvoorbeeld, ik kreeg een reeks lange e-mails van een moslim die zei, behalve mij een immorele zondaar te noemen (en andere dingen) voor het stellen van kritische vragen over de koran en de islam, dat zina sociale zelfmoord is - en dat het een kwestie van tijd is dat de volledige samenleving ten gronde gaat als ontucht en overspel niet gestraft worden op de islamitische manier. Hij wees er verheugd op, dat het er op lijkt dat de westelijke samenleving aan het ineenstorten is als gevolg van seksuele misdaden. Ik antwoordde daarop dat ontucht en overspel ernstige zonden zijn die de samenleving raken, maar dat geselen en het gooien van stenen naar de hoofden van mensen niet het antwoord is. Bovendien is het simplistisch om één factor toe te schrijven aan de instorting van de samenleving, als we tenminste mogen aannemen dat de westerse wereld inderdaad instort. Hij wilde het buitenproportionele aantal doden als gevolg van seksuele zonde niet aanvaarden. De volgende logica illustreert hoe vooringenomen hij was in zijn absolutistische denkwijze:
Iedere open en redelijke waarnemer weet dat dit beleid precies het tegengestelde is van recht en gerechtigheid. Maar als de geest van de waarnemer en zijn beoordelingsvermogen zijn beïnvloed door een levenslange toewijding aan de islam, dan zal hij het onverdedigbare verdedigen. De intellectueel, het Iraanse Opperste Gerechtshof, en de Saoedi-Arabische ambassadeur te Londen die in de inleiding aan dit artikel werden aangehaald hebben deze vastgeroeste mening. Waarom zouden wij dan verrast zijn als een gemiddelde moslim ze ook heeft? Het is moeilijk door te dringen in dergelijke absolutistische gedachtepatronen.
Vervolgens zegt Maududi dat seksuele zonden de basis van de samenleving bedreigen:
In feite zal de basis waarop de structuur van menselijke beschaving en cultuur is gevestigd, ineenstorten en de hele basis van het concept van het sociale leven zal verdwijnen. (3:291).
Het is waar dat de samenleving lijdt aan ongebreidelde seksuele zonden, maar bieden geselstraf en doodstraf door steniging het antwoord, of zouden we zondaars op een andere manier moeten helpen?
Tenslotte volgt moefti Mohammed Aashiq Illahi Muhajir Madani ( Illuminating Discourses on the Noble Qur’ an , Karachi, Pakistan, Zam Zam, 2003) ook dezelfde methode met het beschrijven van de samenleving die niet onderhevig is aan de islamitische straffen voor deze twee seksuele misdaden. Families vervallen tot puin, wat betekent dat ook de samenleving tot puin vervalt. Seksuele zonden veroorzaken bovendien wijdverspreide ziektes (volume 6, blz. 360-66). Madani (en anderen) zegt dat het straffen van zondaars op deze wijze de familiestructuur bewaart. Kinderen zullen in gezonde families worden opgevoed wanneer het gezin niet wordt getroffen door overspel.
Dit mag dan allemaal waar zijn, maar de vraag dient herhaald te worden: Passen de harde straffen bij de misdaad en lossen ze het probleem op? Het antwoord zal duidelijk zijn zodra wij de mening van het nieuwe testament betreffende overspel en ontucht analyseren.
Verwarring in de islamitische wet
Voor wat betreft zina zijn er in de islamitische wet twee verwarrende problemen. Het eerste betreft het intact houden van de familie wanneer één van de ouders door steniging wordt gedood. Het tweede probleem heeft te maken met het verbergen van misdaden met betrekking tot de bewering dat de islamitische straffen toekomstige seksuele misdadigers ontmoedigen en zo de samenleving beschermen.
Zoals vermeld in de vorige sectie en in het gedeelte over het zuiveren van de samenleving van desastreuze zonden, beweren moslims dat het stenigen van een overspelige de samenleving en de familie beschermt. Het antwoord daarop is echter dat het moeilijk is een straf te bedenken die juist nog meer het tegenovergestelde doet. Het beroven van kinderen van één van hun ouders door hem of haar te stenigen tot de dood erop volgt, splijt de familie en zodra zij leren waarom hun vader of moeder nooit zal terugkeren, kan dit alleen maar onherstelbare schade aan de kinderen toebrengen. Allah nam hem of haar weg, uit goddelijk “medeleven”. Bovendien sluit deze onomkeerbare straf voor altijd elke hoop op verzoening uit tussen het gebroken gehuwde paar. Het is waar dat de getuigen de straf in bepaalde omstandigheden kunnen tegenhouden door het niet aan te geven. (Moslim nr. 4196, en voetnoot 2161 van de vertaler; en Maududi 3:308-09). Maar wat als de stenen zijn gegooid en de misdadiger dood is, als later de belastende partij van mening verandert? Dan is het te laat.
Boek 17, Nummer 4196:
Aboe Hoeraira deed verslag dat een persoon van onder de moslims naar Allah’s Boodschapper kwam terwijl hij in de moskee was. Hij riep hem door te zeggen: Allah’s Boodschapper. Ik heb overspel gepleegd. Hij (de Heilige Profeet) keerde zich af totdat hij dat vier keer gedaan had , en toen hij vier keer tegen zich zelf had getuigd, riep Allah’s Boodschapper hem en zei: Bent u gek? Hij zei: Nee. Hij zei (opnieuw): Bent u gehuwd? Hij zei: Ja. Daarop zei Allah’s Boodschapper: Neem hem en stenig hem. Ibn Shihaab (één van de vertellers) zei: Degene die had Djabir b. ‘Abdoellah had horen zeggen informeerde mij dus: Ik was één van degenen die hem stenigden. We stenigden hem bij de gebedsplaats (of dat van ‘Ied of een begrafenis). Toen de stenen hem bezeerden, rende hij weg. Wij vingen hem in de Harra en stenigden hem (ter dood). Deze hadieth wordt verteld via een andere keten van overbrengers.
Analoog daaraan is er de strenge islamitische straf voor diefstal: het afhakken van de hand. Volgens de hadieth (Boechari 9:6895), beschuldigden twee mannen een man van diefstal. Ali, Mohammeds schoonzoon en neef, accepteerde hun verklaring en hakte de hand af van de beschuldigde man. Later kwam een andere man naar voren en toonde aan dat de nu misvormde man de diefstal niet had begaan. Ali accepteerde zijn verklaring, maar het was te laat. De hand van de man was reeds afgehakt. De straf kon niet teniet gedaan worden. Ali zei dat als hij had geweten dat de eerste twee getuigen expres hun verklaring hadden vervalst, hij dezelfde straf op hen zou hebben toegepast. Op dezelfde manier kan steniging, zelfs niet in de gunstigste omstandigheid, teniet gedaan worden, zoals een gerechtshof dat wordt overzien door een bekwame rechter.
Nogmaals, Mohammed en de islam gaan te ver in dit soort dingen, vooral wanneer we hem en zijn godsdienst in de volgende sectie met Jezus en het christendom vergelijken.
Het tweede verwarrende beleid als gevolg van de sjaria is het verbergen van iemands seksuele misdaden wanneer het juist de bedoeling is dit te ontmoedigen en de samenleving te beschermen. Maududi haalt drie ahadieth aan die laten zien dat Mohammed tegen misdadigers zegt dat het beter was geweest voor hen als zij hun misdaden hadden verborgen. Als eerste maakt deze hadieth bekend dat Mohammed zei: “Als iemand van u zich schuldig maakt aan enige immoraliteit, het ware beter dat het verborgen blijft achter Allah’s gordijn, maar als hij het ons onthult, zullen wij zeker de wet van Allah op hem toepassen” (Maududi 3:305). Ten tweede; het volgende verhaalt dat een man zijn zonde aan de profeet bekende, zodat hij opdracht gaf de man te stenigen tot de dood erop volgde. Maar gelijkertijd zei hij tegen de veroordeelde man: “Het ware beter voor u geweest als u de kwestie verborgen had gehouden”(3:305). Tenslotte haalt Maududi de volgende hadieth aan waarin Mohammed zegt: “U zou uzelf de misdaden moeten vergeven die de voorgeschreven straf verdienen omdat ik verplicht ben de straf uit te voeren wanneer deze misdaad aan mij bekend wordt gemaakt” (3:305).
Dit verbergen spreekt echter de uiteindelijke doel tegen om zina te bestraffen: om de familie en de samenleving te beschermen en toekomstige seksuele misdadigers te ontmoedigen. Deze drie ahadieth zeggen juist het tegenovergestelde. In plaats daarvan moedigt de islamitische wet misdadigers alleen maar aan om ondergronds verder te gaan, in plaats van hun misdaden openlijk te bekennen om hulp te ontvangen en te helen. Verberging zorgt er alleen maar voor dat de samenleving in het geheim in elkaar stort - tenminste als de moslimapologeten geloven dat seksuele zonden de enige factor is in het verval is van een beschaving.
Ook zegt Mohammed in de laatste hadieth dat misdadigers hun eigen misdaden persoonlijk moeten vergeven, maar hoe is dit mogelijk als overspel de gehele familie besmet, om nog maar niet te praten over ontucht tussen twee ongehuwde mensen? Wanneer dergelijke zware straffen worden opgelegd op een seksuele misdadiger, zal hij aarzelen zijn misdaden te bekennen, vooral als hij vreest dat zijn gekwetste echtgenote in woede zal reageren en de misdaad zal onthullen aan de autoriteiten.
Veronderstel dat de overtreder besluit zijn misdaad aan de gekwetste echtgenoot te bekennen, hopend op het beste, omdat hij verzoening wil. Als de gekwetste echtgenoot ook verzoening wil, is er geen vuiltje aan de lucht, maar wat gebeurt er als zij hulp zoeken of als iemand anders de overtreder dreigt met het doorgeven van zijn misdaad aan de autoriteiten? Het is daarom niet ver gezocht dat een samenleving van “verklikkers” kan ontstaan, waarin vooral de zelf-gerechtvaardigden anderen bespioneren. In feite is dit in Saudi-Arabië tot kunst verheven. Daar is de patrouillerende religieuze politie, die ervoor zorgt dat de burgers volgens de islamitische wet leven.
Laten we aan de andere kant veronderstellen dat de gekwetste echtgenoot de overtreder voor het gerecht sleept, maar geen vier ooggetuigen heeft. Dan zal de misdadige echtgenoot voor het gerecht ofwel moeten liegen en ontkennen dat hij overspel beging, ofwel hij is eerlijk en bekent zijn misdaad om wellicht de ultieme en onomkeerbare straf te ondergaan. Als de overspelige liegt voor het gerecht, ondanks zijn eerlijke en oprechte bekentenis aan zijn echtgenote, dan is het de islamitische wet die hem forceert te liegen, en hoe beschermt dat de heiligheid van het huwelijk en daarmee de samenleving?
Deze scenario's brengen ons terug naar de wet van Li’ an (regels betreffende een echtgenoot die zijn of haar eigen echtgenoot beschuldigt). Zij brengen ons naar de geraffineerdheid van de islamitische juristen om uit dit soort situaties te komen. Maar dieper onderzoek van de wet van Li’ an en het zoeken naar uitvluchten in deze situaties missen het doel volledig. Beter is de de seksuele zonden niet als crimineel te beschouwen. Het is waar dat men met deze zonden niet links kan laten liggen, zij beïnvloeden de samenleving in negatieve zin, maar de juiste manier om ermee om te gaan, is zeker niet met geselen en stenigen. Deze twee harde en excessieve straffen oefenen een huiverend effect uit bij de verzoening in een huwelijk.
Mohammed heeft de misdaad en de misdadiger verkeerd beoordeeld. Het beleid van het stenigen van overspeligen en het honderd keer geselen van ontuchtplegers legt de lat te hoog. Het is alleen maar logisch en volledig begrijpelijk dat deze straffen, de misdaad aan het daglicht onttrekken. Daarom wordt de samenleving niet gezuiverd van deze misdaden, als dat überhaupt al mogelijk zou zijn.
Nogmaals, Mohammed en zijn wetten gaan te ver in deze zaken. Hij gaat verwarrend te werk door sommige wetten uit de Thora over te nemen, die dood door steniging van overspeligen voorschrijven, en door andere delen in de Thora af te wijzen, die wel steniging van ontuchtplegers bepaalt, maar alleen in bepaalde omstandigheden. De enige uitweg van de onbedoelde en verwarrende dilemma’s en de tegenstrijdige gevolgen van de islamitische sjaria, die beschreven zijn in dit gedeelte, is de weg die Jezus voorschrijft.
Het nieuwe testament
Mohammed mist het doel volledig wanneer wij zijn harde buitensporig beleid vergelijken met dat van Jezus en zijn vroege kerk, die heiligheid van binnenuit aanbiedt, niet door opdringen van buitenaf. Mohammed is niet een hervormer van de vroegere godsdienst (en van het jodendom); hij doet juist hervormingen te niet. In dit licht gezien hanteren wij dan ook niet langer de excessieve termen “misdaad” en “misdadiger” maar gebruiken de meer nauwkeurige termen “zonde” en “zondaar.”
Hoe Jezus de wet vervult
In persoonlijke e-mails aan mij of op het wereldwijde web, halen moslimapologeten vaak de Thora aan om aan te tonen hoe excessief hard de bijbel is. Met andere woorden, wie ben ik of andere christenen om de koran te bekritiseren? Maar zij begrijpen totaal verkeerd de ongeveer 1400-jarige geschiedenis van het oude testament, dat begint vanaf de tijd waarin, volgens overleveringen, Mozes leefde, tot de komst van Jezus, en zij begrijpen volledig niet de gebruikelijke christelijke interpretatie van het oude testament.
Ten eerste, christenen eerbiedigen het oude testament, en zij accepteren dit veelzijdige document eveneens in zijn historische context. De Thora maakte deel uit en was onderdeel van zijn cultuur. De Thora reflecteert naar zijn cultuur (zoals sommige architecturale kenmerken van de tabernakel), of verbetert de cultuur (ethisch monotheïsme). Niet alle oude wetten zijn van toepassing op de wereld van vandaag. Ten tweede, christenen kijken terug naar het oude testament door de visie van Jezus. Het is waar dat het oude testament het stenigen van overspeligen goedkeurt (Leviticus 20:10; Deuteronomium 22:22) en afhankelijk van de omstandigheden, ook andere straffen voor ontuchtplegers, met inbegrip van een geldboete en steniging ( Exodus 22:16-17; Deuteronomium 22:23-26; 28-29). Voor christenen is de interpretatie van Jezus van deze wetten echter definitief. Hij haalt hun scherpe steek weg door zijn dood aan het kruis en door zijn zondeloos leven en zijn goddelijke liefde.
Voorts dient erop gewezen te worden dat zelfs het oude testament zwijgt over de feitelijke uitvoering van het stenigen van overspeligen en ontuchtplegers, hoewel het inderdaad verhaalt over een geval van steniging van een godlasterende man (Leviticus 24:10-16) en van het ter dood brengen van sommige oude Hebreeërs die seksuele immoraliteit combineerden met de verering van valse goden (Numeri 25:1-16). Het is merkwaardig dat de moslimgeleerde Maududi zegt dat de oude Hebreeërs tekort schoten in het uitvoeren van het goddelijke besluit aangaande overspel en ontucht (3:293-94). Hij zegt dat de islam deze tekortkoming moest rectificeren, en dus is deze meer recente godsdienst superieur. Het is adembenemend om conservatieve moslims zoals Maududi te aanschouwen die vreugdevol oude wetten herstellen voor de hedendaagse samenleving.
Jezus kwam om de wet of de Thora te vervullen, niet om hem af te schaffen (Matteüs 5:17). Hij vervult het op ten minste drie manieren, en de wijze die we hier nader bekijken rekent af met de strenge straffen van de wet. Dit komt de hele samenleving ten goede, vooral die van vandaag.
Jezus vervult de wet door de straf voor onze zonden op zich te nemen. De Thora is vol van specifieke straffen voor specifieke zonden, maar zijn dood aan het kruis neemt onze zonden weg en vervangt de goddelijke toorn die voor ons bedoeld is gericht op onze zonden - dit is de christelijke doctrine van verzoening. Daarom kan een christen deze leer nooit opgeven en moet de vreemde opvatting van Mohammed, dat Christus nooit aan het kruis is gestorven, en dat een andere man zijn plaats innam (soera 4:157), volledig verwerpen. Mohammeds bewering is volledig misleid. De dood van Christus is Gods gift aan ons. Wij zijn gered en op weg naar de hemel, niet vanwege ons eigen werken, maar vanwege het goede werk van Christus aan het kruis. Daarom behoeven zij die in Christus vertrouwen niet de straf te betalen voor hun zonden.
Hoe Jezus seksuele zonden vergeeft
Eén aspect van de oude wet die christenen serieus nemen is de moraliteit ervan - of men er wel of niet in slaagt deze wet te houden, hun eeuwige bestemming wordt er niet door bepaald; alleen Christus’ dood op het kruis bepaalt dat. Zij dit als het is, zegt het oude testament, evenals het nieuwe testament, dat overspel en ontucht zonden zijn. Dus wat is dan Jezus’ beleid ten aanzien van het stenigen en geselen van seksuele zondaars? Voor ons christenen, is zijn interpretatie inzake deze kwesties finaal.
Natuurlijk beklemt Jezus dat overspel en ontucht zonden zijn (Matteüs 15:19; Marcus 7:21), maar deze zijn niet langer misdaden zoals de Thora met zijn strenge straffen impliceert en zoals de islamitische sjaria het opnieuw wil invoeren. Nogmaals, Jezus vervult het strafaspect van de oude wet. Hij laat op twee manieren een nieuwe weg zien in het omgaan met deze zonden. Deze duidelijke en betere weg raakt het hart van de mensen, de wortel van de zonde.
Ten eerste richt Jezus zich op de hoofdoorzaak van overspel. In de beroemde bergrede zegt hij over overspel en het verlangen ernaar het volgende (Matteüs 5:27-28):
5:27 “u heeft gehoord dat er gezegd werd, ' Bega geen overspel.' 28 Maar ik zeg u dat iedereen die verlangend naar een vrouw kijkt reeds overspel met haar in zijn hart heeft gepleegd.”
Onmiddellijk wordt de lat zo hoog gelegd dat alle lichamelijke straf verwijderd is; anders zou de gehele mensheid door wetmatige steniging gedood moeten worden. Deze twee verzen zeggen dat seksuele zonde niet langer een misdaad is. Zoals altijd het geval is bij Jezus, gaat hij naar de kern van de zonde. Overspel en andere seksuele zonden beginnen bij de gedachte daaraan, dus de oplossing daarvan moet ook bij de gedachte beginnen.
Mohammed, aan de andere kant, gelooft in het opleggen van seksuele heiligheid door geselen en stenigen, zonder de gedachte van een persoon erbij te betrekken. Maar door de hele geschiedenis van de mensheid heen heeft dit nooit resultaat bereikt omdat seksuele zonde te diep in de aard van de mens geworteld is. Verder zagen we in de sectie “Verwarring in de islamitische wet”, dat Mohammed’s wrede straffen geen heling brengen in de familie en de samenleving, maar dat zij de familie en de samenleving uiteendrijven. Daarbij komt dat het alleen maar logisch is dat dergelijke straffen de zonde ondergronds drijven; Maududi haalt betrouwbare ahadieth aan, waarin Mohammed zijn eerste volgelingen aanmoedigt hun zonden of “misdaden” geheim te houden. Dit is eveneens geen oplossing op lange termijn.
Ten tweede, Jezus gaat verder dan alleen maar te verwijzen naar de geestelijke hoofdoorzaak, en biedt een geestelijke oplossing aan, die verduidelijkt wordt in het evangelie van Johannes 8:1-11. Deze passage zegt dat enkele godsdienstige leiders Jezus in de val wilden lokken aangaande zijn boodschap over liefde en vergiffenis en zijn eerbied voor de Thora, door een vrouw uit hun midden naar voren te brengen die op overspel was betrapt. Zij herinnerden Jezus eraan dat de wet van Mozes voorschreef dat zij zou moeten worden gestenigd. Hij boog voorover en schreef al overwegende iets op de grond. Zij gingen door met het stellen van vragen, wellicht met een steen in de hand. Wat zou hij doen? Toen sprak hij de beroemde zin: “Hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen” (vers 7). Eén voor één, van de oudste tot de jongste, liepen de beschuldigers weg. Toen hij alleen met haar was, stond Jezus rechtop en vroeg haar: “Vrouw, waar zijn zij? Heeft niemand u veroordeeld?” “Niet één heer,” zei zij. “Dan veroordeel ik u ook niet” zei Jezus, '”Ga heen en zondig niet meer” (verzen 10-11). De geestelijke oplossing is vergiffenis zonder veroordeling. Jezus was nooit van plan het stenigen of geselen van zondaars opnieuw in te voeren zoals Mohammed een verouderde wet nieuw wilde maken. Jezus intentie was boven dergelijke oppervlakkige oplossingen uit te rijzen. (Voor meer informatie over Johannes 8:1-11 en zijn betrekkingen tot het nieuwe testament, zie het eind van dit artikel.)
Maududi verwijst in zijn commentaar naar deze passage van het evangelie van Johannes, en hij besluit met te zeggen dat Jezus geen gezag had om te oordelen, omdat hij geen lid van het gerechthof was (3:294). Dit is om twee redenen niet juist. Ten eerste, hoewel het waar is dat Jezus geen officiële rechter was, had hij de zondige vrouw voor een Joods gerechtshof kunnen brengen en van de rechter of de rechters eisen de wet van Mozes naar de letter uit te voeren. De steniging van Stefanus, de eerste christelijke martelaar geschiedde aldus, niet lang na de opstanding van Jezus. Stefanus werd voor de Sanhedrin gebracht en na een, voor de autoriteiten en de menigte, lange en pijnlijke toespraak, werd hij buiten Jeruzalem gesleept en gestenigd tot de dood er op volgde (Handelingen 6:8-8:1). Jezus had hetzelfde kunnen doen met de overspelige vrouw. Maar wederom rees hij uit boven die oppervlakkige oplossingen die betrekking hebben op de problemen van het hart, om tot een betere en een meer duurzame oplossing te komen. In de tweede plaats waren Johannes 8:1-11 en Matteüs 5:27-28 geschreven om problemen en oplossingen voor de vroege christelijke gemeenschap te verduidelijken. Christelijke leiders zouden de zondaar niet moeten stenigen of geselen, maar in plaats daarvan hem of haar vergeven en een weg aan te bieden van hulp en heling.
Hoe de vroege christenen de wijsheid van Jezus volgden
De eerste volgelingen van Jezus hadden richtlijnen nodig daar zij in christelijke gemeenschappen leefden; eerst in Jeruzalem en Judea, en uiteindelijk in de hele Grieks-Romeinse wereld. Om deze reden (en vele anderen), kwam het nieuwe testament tot stand. De christenen wilden weten wat Jezus zou zeggen of denken betreffende zaken over beperkingen op het gebied van voedsel of de sabbat. Wij kunnen er zeker van zijn dat de kerk ook het onderwerp van seksuele zonden in hun gemeentes uitwerkte. Wij hebben inzicht over hoe de kerk het beleid uitwerkte, onder leiding van de Geest van Christus. Moslims erkennen de vier evangelies, maar christenen geloven dat het volledige nieuwe testament is geïnspireerd. En wij richten ons hier op de geïnspireerde apostel Paulus.
In de eerste brief van Paulus aan de christenen van Korinte in Griekenland, een stad bekend om zijn tempelprostituees, vallen wij midden in een conversatie (1 Korintiërs. 5:1-12). Blijkbaar woonde een jonge man met de vrouw van zijn vader samen (waarschijnlijk zijn jonge stiefmoeder), en is de kerk van Korinte op hem trots, in plaats van hem te berispen. Paulus is ontzet en reageert hevig en streng. Hij vertelt de leiders van de kerk om hem uit de gemeenschap te verwijderen totdat hij spijt betoond. De kerk volgt zijn instructies en het verhaal heeft een gelukkig einde. Uit de tweede brief van Paulus aan Korintiërs leren wij dat de zondaar “met zeer veel verdriet” spijt heeft en terug werd verwelkomd in de gemeente (2 Korintiërs 2:5-11). Paulus zegt: “Als u iemand vergeeft, vergeef ik hem ook” (vers 10).
Het mag dan waar zijn dat niet alle steden in de Mediterrane wereld het gezag hadden om mensen te stenigen. Dit weerhield een oproerbende in Lystra er echter niet van Paulus te stenigen zonder toestemming van de Raad (Handelingen 14:19). Het is volledig mogelijk dat de autoriteiten in Korinte de andere kant hebben op gekeken, toen een groep mensen de kwestie in eigen hand nam. Zelfs als Paulus had geweten dat de kerk in Korinte de dwalende jonge man had kunnen stenigen zonder de bevoegdheid van de autoriteiten, was Paulus het nog niet eens met deze straf, eenvoudigweg omdat hij de Geest van Christus kende - deze Jezus van wie Paulus zei dat hij was opgestaan (1 Korintiërs 15). Jezus was in de hemel en leidde vandaar zijn kerk.
Paulus volgde de wijsheid van Jezus door de jonge man te vergeven en te herstellen. Volgens Matteüs 18:15-18, zei Jezus eerst een broeder op zijn fout te wijzen. Als hij niet spijt betoont, moesten de eerste christenen twee of meer broeders meebrengen om hem op zijn fout te wijzen. Als hij weigert te luisteren, moesten de christenen het aan de kerk mededelen; en als hij nog geen spijt had, dan moest hij uit christelijke gemeenschap worden verwijderd. Paulus en de kerk van Korinte deden dit op bondige wijze in belang van de dwalende jonge man, aangezien de zonde een vergevorderd stadium had bereikt en de kerk al teveel had beïnvloed. Hij had spijt van zijn zonde en werd aldus terugverwelkomd in de kerk. Dit zijn praktische en realistische stappen die de christelijke kerken konden navolgen met variaties geënt op specifieke situaties. Deze beginselen worden niet alleen in de evangeliën gevonden, maar door het nieuwe testament heen. Daarom heeft het vroege christendom de samenleving veel te bieden.
Straf is het essentiële verschil tussen deze stappen en Mohammeds recycling van een oude-nieuwe wet. Op geen plaats in het nieuwe testament wordt geselen of stenigen van zondaars goedgekeurd. In tegendeel, Jezus en de schrijvers van het nieuwe testament willen de zondaar helpen en helen, niet om hem als een misdadiger te veroordelen.
Hoe het christendom de samenleving verandert
Zou het christendom zijn regels en gewoontes aan de gehele samenleving moeten opleggen?
Een veelvoorkomende klacht van moslims op het vroege christendom is dat het geen specifieke nieuwe wetten verstrekt om de samenleving te leiden. Deze klacht is gedeeltelijk juist, maar het is ook gedeeltelijk onjuist. Het is juist omdat de opdracht van Jezus méér was dan het stichten van een seculaire overheid, maar om de ware weg van redding te bieden door zijn verzoenende dood aan het kruis. Hij wist dat rondtrekkende messiassen en profeten, door militaire en politieke middelen, zich probeerden te vestigen in het Midden Oosten vóór en tijdens zijn tijd; daarom vermeed hij de Messias te zijn op een militaire en politieke wijze. Bovendien was hij bestemd om de profetieën van het oude testament te vervullen, die, zoals in Jesaja 53 een geestelijke Messias beschrijven. Wanneer hij voor de tweede keer komt, zal hij de rol van een Messias vervullen die zowel militair is (één woord zal alle vijanden elimineren) en politiek (hij zal de wereld vreedzaam en zonder oppositie leiden).
Maar de klacht van moslims is ook onjuist op minstens één punt. Lang nadat het nieuwe testament was geschreven, namen latere juristen en wetgeleerden enige morele waarden over uit de christelijke heilige tekst (alsook uit het oude testament). Maar hun pogingen om deze waarden vast te leggen in een wet hebben alleen maar gemengde resultaten opgeleverd. Soms geselden zij de overspelige en soms legden zij zelfs de doodstraf op. In het vroege puriteinse Amerika, lieten de autoriteiten de overspelige een roodgekleurde letter “A” dragen (voor Aldultery (overspel)). Maar heeft één van deze regels de samenleving van deze zonde gezuiverd?
Maududi en Madani beweren tevens dat, omdat het christendom de westelijke samenleving als geheel niet in detail controleert, het gevaar loopt ineen te storten, en naar het schijnt kan dit elk moment gebeuren (zie hierboven, “Het doel van bestraffingen”). Zij beweren ook dat de islamitische samenleving veel zuiverder is dan het Westen. Wij hebben reeds deze twee beweringen hierboven nader bekeken in de sectie “Verwarring in de islamitische wet” en in de vorige paragraaf. Maar wij herhalen onze uitdagingen.
Ten eerste, er is geen bewijs dat, toen de kerk de samenleving compleet controleerde, in bijvoorbeeld de middeleeuwen, de samenleving van zijn zonden gezuiverd was. Zoals wij zagen in Mohammeds hadieth, die Maududi hier aanhaalt, gaat zonde snel ondergronds. Ten tweede, moeten Maududi en Madani duidelijk bewijs leveren dat de islamitische samenleving van seksuele zonde is gereinigd. Maar hoe kunnen zij of anderen deze gegevens verzamelen, wanneer de geringste schuldbekentenis mensen voor een sjaria-gerechtshof kan brengen? Mensen worden gedwongen hun verlangens op geheimere wijze te vervullen.
Maar laten we veronderstellen dat er in de islamitische samenleving minder ontucht en overspel plaats vindt als gevolg van strikte wetten of gewoontes, bijvoorbeeld vrouwen met sluiers over hun gezichten of het zich gescheiden houden van mannen in openbare gelegenheden. Dan kan het resultaat van minder seksuele “misdaden” negatieve gevolgen hebben, zoals onderdrukking van vrouwen. In het algemeen kan me stellen dat hoe meer de sjaria wordt gevolgd, des te meer de sociale bewegingsvrijheid en rechten van vrouwen is beperkt. Bijvoorbeeld, in het conservatieve Saudi-Arabië mogen vrouwen geen auto rijden. Dit artikel beschouwt de ongelijkheden en misbruiken in het Iraanse strafrecht betreffende de rechten van de vrouw. Wanneer vrouwen als getuigen worden opgeroepen in geval van overspel, telt hun verklaring voor de helft van die van mannen. Veel meer overspelige vrouwen zijn gestenigd dan overspelige mannen. Dit zijn slechts twee voorbeelden. Om het zachtjes uit te drukken; vrouwen wordt geen recht gedaan binnen de sjaria.
De sjaria van Mohammed legt zijn eigen versie van heiligheid van buitenaf op aan de bevolking, en dit is niet goed. Mensen moeten vrijwillig en zonder dwang heiligheid kunnen kiezen, zonder lastig te worden gevallen wanneer zij een andere weg kiezen.
Aan de andere kant, wanneer groepen mensen in de westelijke samenlevingen (het christendom en de westelijke beschaving zijn niet identiek) uiteindelijk de heilige Geest toestaan om hen van binnen uit te reinigen, dan komt dat de hele samenleving op een natuurlijke manier ten goede. Christenen prediken het evangelie van het goede nieuws om mensen ertoe te brengen zich bij hen aan te sluiten en de Geest toe te laten in hun leven; ziel voor ziel. Zij leggen de soevereine Geest niet op aan de mensen, zelfs als ze dat zouden willen. En zij geselen en stenigen hen zeker niet. Het christendom probeert de samenleving door geestelijke middelen te verbeteren, door de verandering van het hart.
Toepassing op vandaag
Dit artikel is van toepassing op de wereld van vandaag.
Ten eerste, in tegenstelling tot wat intellectuele moslims, het Iraanse Opperste Gerechtshof, en de Saoedi-Arabische ambassadeur in Londen impliceren, biedt de sjaria geen voordelen aan de samenleving. Er zijn te veel wrede regels en straffen. Eén van het meest tragische feiten van de laatste jaren dat onvoldoende gerapporteerd is in het Westen is het bestaan van een sjaria gerechtshof in Canada. Moslims proberen eveneens in Australië een gerechtshof voor sjaria echtscheiding er door te drukken. Een arbitrage hof gebaseerd op de westerse wet en westerse wetgeving is wettig, maar de sjaria houdt zich niet aan deze norm. Canada zou dus onmiddellijk elk sjaria-gerechtshof moeten sluiten, en Australië zou er nooit één moeten toestaan. Een dergelijk gerechtshof zou nooit moeten worden toegestaan in de V.S., in het Westen, of waar dan ook ter wereld. Gelukkig heeft de provincie Quebec in Canada de sjaria verboden. Dit is het juiste beslissing, want de sjaria degradeert uiteindelijk de samenleving en beperkt vrijheid.
Ten tweede, de fanatieke radicalen die nu over de wereld rondgaan, willen graag hun koran en de strenge wetten van de hadieth aan niet-moslimnaties opleggen, als de radicalen hen ooit door geweld of door geleidelijke middelen zouden kunnen veroveren. Als terroristen niet aarzelen om hoofden af te hakken, waarom zouden zij niet ontuchtplegers geselen of overspeligen stenigen om de samenleving te zuiveren en heilig te maken voor Allah, die deze regel gaf? De oorlog tegen het terrorisme moet doorgaan, om de westerse beschaving samen met een aantal niet-westerse naties die met de islam worstelen te behoeden tegen de islam.
Ten derde, wij buiten de islam mogen vragen stellen of de straffen van de koran beter zijn dan de richtlijnen van het nieuwe testament in het vergeven van en het herstellen van seksuele zondaars. Geeft de koran betere richtlijnen aan de samenleving dan het nieuwe testament? Zou de ware God de engel Gabriël naar Mohammed sturen in het goddeloze Arabië met zulke richtlijnen zeshonderd jaar na Jezus? Zouden deze richtlijnen het nieuwe testament moeten vervangen?
Gezien het harde bewijsmateriaal, realiseren christenen die met de bijbel opgegroeid zijn dat de ware God zo’n extreme richtlijn niet zou geven in het nieuwe tijdperk van redding die Jezus inluidde. Zij realiseren dat de koran empirisch en feitelijk slechter is dan het nieuwe testament.
Jezus Christus kwam met goed nieuws en de liefde van God. Mohammed kwam om ontuchtplegers te geselen en overspeligen te stenigen. Het christendom heeft de samenleving voorwaarts geholpen. De islam duwt de samenleving op een chaotische manier terug in de tijd door het aannemen van een oude wet.
Jezus vergeeft en herstelt. Mohammed geselde en stenigde.
Supplementair materiaal:
Voor meer informatie over het stenigen in de moderne wereld wordt u verwezen naar deze islamitische websites.
Vóór steniging:
Tegen steniging:
Het staat te bezien of deze liberale moslims die tegen stenigen zijn echte verandering kunnen doorvoeren. De gevestigde orde die aan het bewind is in de islamitische jurisprudentie schijnt niet op deze kwestie te willen toegeven. Voor zover wij kunnen vertellen, heeft geen van deze auteurs een gezaghebbende stem in de islamitische machtsstructuur. Noch een moefti noch enig erkend gezag in de fiqh steunt hen - evenmin als enige nationale islamitische raad in welk land dan ook. Internet geeft mensen een stem die anders niet in de discussies gehoord zou worden. Het tonen van méér links tegen stenigen dan vóór stenigen betekent nog niet dat dit representatief is voor de grootte van elk kamp. Stenigen gaat onverminderd door in de moderne wereld.
Dit nieuwsverhaal gaat over 14-jaar oude jongen die gegeseld wordt op bevel van een Iraanse rechter. De jongen brak met het vasten tijdens de Ramadan. Hij stierf later aan de geseling. Hoewel dit droeve voorval niets te maken heeft met ontucht of overspel, toont het aan hoe dodelijk geselen kan zijn. Deze straf is buitenproporties en daarom onrechtvaardig.
Deze website verwijst naar Johannes 8:1-11 en hierin wordt gezegd dat deze passage niet in de vroegste Griekse manuscripten voorkomt. Dit is waar, maar de meeste geleerden geloven dat deze passage gedurende een lange tijd rondging in de vroege kerk, als een soort betrouwbare “hadieth”. Uiteindelijk het werd opgenomen in de heilige tekst. Het is zeker in overeenstemming met de Geest van Christus zoals die wordt gezien in de vier evangelies en andere boeken van het nieuwe testament. Jezus was geen voorstander van geselen van ontuchtplegers en stenigen van overspeligen. In plaats daarvan vergeeft, heelt en herstelt hij hen. Hij kwam om te sterven voor de zonden van de wereld en zondaars te reinigen met zijn heilige Geest, van binnenuit; hij verlangt niet van mensen dat ze heilig worden met behulp van zwepen en stenen. Voor meer informatie over een goed artikel over Johannes 8:1-11 in verhouding tot de vier evangelies.
U kunt een extreme tv-uitzending zien waarin gezegd wordt dat homoseksuelen gestenigd moeten worden of van een klif moeten worden gegooid. MEMRI TV verstrekt een afschrift evenals vertaalde televisiebeelden.